Paarden op stal

Veel paarden in westerse landen staan veel op stal. Er zijn een aantal richtlijnen voor paardenstallen.

Een paard is een groot dier dat ruimte nodig heeft. Wanneer een paard in een stal wordt gehuisvest moet de oppervlakte minimaal twee keer de stokmaat van het paard zijn. Het paard moet kunnen bewegen en je moet er zelf veilig bij in kunnen lopen. Ook de hoogte is van belang, deze moet bij voorkeur minstens 2.20 meter zijn. Voor zowel oppervlakte als hoogte geldt: hoe groter hoe beter. De meeste stallen hebben een deur die half open kan zodat het paard naar buiten kan kijken en op deze manier eventuele andere paarden kan zien.

De stal is het huis van het paard. Voor het levensplezier van het paard is het daarom belangrijk dat het zichzelf op zijn gemak voelt in de stal. Over het algemeen gaan de paarden overdag de wei in en staan ze in de nacht op stal. Met paarden die het overgrote deel in de stal staan moet veel gelopen worden voor de broodnodige beweging. Wanneer dit niet gebeurd kan dit gevolgen hebben voor de hoeven en de spieren. Daarnaast worden deze paarden vaak sloom omdat ze te weinig beweging en prikkels krijgen.